Conclusie: laten wij als Groen Geel beginnen met onze jeugd op te leiden met logische bovenhandse korfbaltechnische capaciteiten en niet met de verouderde onderhandse technieken. Voorop lopen in de ontwikkeling betekent ook vaak aan kop lopen.

In elke sport zijn sinds het begin vernieuwingen opgetreden. Formele aanpassingen zijn bijvoorbeeld voetbal met de VAR, hockey met het vervallen van de buitenspelregel en ook wijzelf met het afschaffen van het middenvak.

Sporttechnische vernieuwingen horen ook bij het streven naar betere sportperformance, vaak te zien per sport in de bewegingen en de begeleidende activiteiten. In onze sport is bijvoorbeeld het aangeleerde “zesje “voor het schot langzaam maar zeker verdwenen en vervangen door een betere volledige lichaamstechniek.

Maar… er zijn nog een tweetal ouderwetse overblijfselen: de onderhandse doorloopbal en de onderhandse strafworp. Beide technieken zijn in strijd met normaal “natuurkundig “ en “lichamelijk “ gebruik.

Allereerst “natuurkundig”: de trefkans bij het gooien van een voorwerp over een korte afstand is beter dan over een langere afstand. Met de onderhandse strafworp Is de afstand tot de korfrand bij de gemiddelde nemer groter dan bovenhands genomen. De faalkans is dus onderhands theoretisch groter; waarom dan dit zo doen?  

Voor de doorloopbal geldt hetzelfde voor de gemiddelde nemer; waarom dan dit zo doen? 

We doen dit in beide gevallen zo omdat we het zo geleerd krijgen; de oplettende kijker/ster ziet tegenwoordig echter in onze topcompetitie dat steeds meer doorloopballen bovenhands genomen worden; waarom dan het aan de jeugd anders leren ?

Lichamelijk pleit de logica ook voor de bovenhandse doorloopbal en bovenhandse strafworp. Het afstandschot is bovenhands, de vrije bal is bovenhands (je ziet toch ook niemand de vrije bal onderhands nemen). Het lichaam is dus afgestemd op bovenhands schieten; waarom dan onderhands aanleren aan de jeugd? 

Bij de doorloopbal speelt nog een rol dat bovenhandse doorloopballen moeilijker te verdedigen zijn dan onderhands. Het op snelheid verwerken van de bovenhandse doorloopbal is lichamelijk geen probleem met het bovenlichaam uitgestrekt en licht achterover (met basketball gebeurt dat bijna altijd zo en dat bord is niet altijd daarvoor nodig).

Nogmaals, laten wij onze jeugd het ”nieuwe “korfbal maar gaan aanleren. 

Willen wij korfbal vernieuwen?

Door Tom Muller, 20 months ago

Conclusie: laten wij als Groen Geel beginnen met onze jeugd op te leiden met logische bovenhandse korfbaltechnische capaciteiten en niet met de verouderde onderhandse technieken. Voorop lopen in de ontwikkeling betekent ook vaak aan kop lopen.

In elke sport zijn sinds het begin vernieuwingen opgetreden. Formele aanpassingen zijn bijvoorbeeld voetbal met de VAR, hockey met het vervallen van de buitenspelregel en ook wijzelf met het afschaffen van het middenvak.

Sporttechnische vernieuwingen horen ook bij het streven naar betere sportperformance, vaak te zien per sport in de bewegingen en de begeleidende activiteiten. In onze sport is bijvoorbeeld het aangeleerde “zesje “voor het schot langzaam maar zeker verdwenen en vervangen door een betere volledige lichaamstechniek.

Maar… er zijn nog een tweetal ouderwetse overblijfselen: de onderhandse doorloopbal en de onderhandse strafworp. Beide technieken zijn in strijd met normaal “natuurkundig “ en “lichamelijk “ gebruik.

Allereerst “natuurkundig”: de trefkans bij het gooien van een voorwerp over een korte afstand is beter dan over een langere afstand. Met de onderhandse strafworp Is de afstand tot de korfrand bij de gemiddelde nemer groter dan bovenhands genomen. De faalkans is dus onderhands theoretisch groter; waarom dan dit zo doen?  

Voor de doorloopbal geldt hetzelfde voor de gemiddelde nemer; waarom dan dit zo doen? 

We doen dit in beide gevallen zo omdat we het zo geleerd krijgen; de oplettende kijker/ster ziet tegenwoordig echter in onze topcompetitie dat steeds meer doorloopballen bovenhands genomen worden; waarom dan het aan de jeugd anders leren ?

Lichamelijk pleit de logica ook voor de bovenhandse doorloopbal en bovenhandse strafworp. Het afstandschot is bovenhands, de vrije bal is bovenhands (je ziet toch ook niemand de vrije bal onderhands nemen). Het lichaam is dus afgestemd op bovenhands schieten; waarom dan onderhands aanleren aan de jeugd? 

Bij de doorloopbal speelt nog een rol dat bovenhandse doorloopballen moeilijker te verdedigen zijn dan onderhands. Het op snelheid verwerken van de bovenhandse doorloopbal is lichamelijk geen probleem met het bovenlichaam uitgestrekt en licht achterover (met basketball gebeurt dat bijna altijd zo en dat bord is niet altijd daarvoor nodig).

Nogmaals, laten wij onze jeugd het ”nieuwe “korfbal maar gaan aanleren.