‘Ja mam, nu moet jij onder de korf!’ ‘Wat? Jij schoot toch ook mis? En nu schiet ik ook mis en moet ik onder de korf…?’ Ik sta met mijn kinderen voor het huis op het grasveldje van de gemeente op onze korf het spelletje ‘onder druk’ te schieten. Hoe lang is het geleden dat die korf op pupillenhoogte stond en ik nauwelijks moeite hoefde te doen om de bal erin te dunken terwijl mijn kinderen nog ongecontroleerd de ballen in de rondte gooide. Inmiddels staat de paal op 3,5 meter en toornen ze hoog boven me uit. Als die uitschuifarmen omhoog gaan, hebben ze minstens een meter voordeel ten opzichte van het bereik van mijn korte armpjes.

Ik dacht dat ik het spelletje net door had, maar ik begrijp er alweer niks van. ‘Jullie verzinnen ter plekke nieuwe spelregels!’ roep ik nog, maar dan besef ik dat juist ík altijd degene ben, die een nieuwe spelregel verzint op het moment dat het even niet loopt, zoals ik zou willen. ‘Nee mam, dit zijn de spelregels: Bij een air-bal moet je onder de korf!’ Er verschijnen allerlei vraagtekens in mijn hoofd. Uiteindelijk zet ik al mijn domme-niet-korfballende-moeder-generatieverschil-schaamte opzij en vraag bedremmeld ‘Een air-bal? Wat is in hemelsnaam een air-bal?’ ‘Jeetje mam, hoe lang kijk jij al naar korfbal?’ ‘Ja hoor eens, ik zie ze vast wel, maar heb nooit geweten hoe ze heten!’ zeg ik nog beteuterd. ‘Een air-bal is een schot op de korf, die de korf niet eens raakt, waar de schotklok niet van op 25 springt en je dus gewoon beter niet had kunnen schieten.’ ‘Kortom: een gemiste kans’, zeg ik verveeld. ‘Ja, nutteloze ballen die afgestraft moet worden. Jij moet nu dus onder de korf mam!’ M’n zoon wil door met het spel. Hij is lekker op schot en dat wil ie zonder enige afleiding, graag zo houden.

‘Air-ballen’, denk ik later, als ik in m’n huishouden bezig ben. ‘Daar zijn er wel meer van in het leven! Van die nutteloze acties, die helemaal nergens over gaan. Die eigenlijk afgestraft zouden moeten worden’. Al snel loop ik tegen huishoud-airbal nummer één aan: een wasrek vol met losse knijpers, op de plek waar ik de natte kleding wil ophangen. Wat is het nou voor moeite om die knijpers, als je een kledingstuk van het rekje haalt, meteen in het knijpermandje te gooien? Nu sta ik per waslijn eerst zes van die dingen waar ooit onderbroeken hebben gehangen, eraf te knijpen en alsnog in de knijpermand te doen! Dat nonchalant teruggooien in zo’n mandje, is nog minder moeite dan ze secuur terug te plaatsen op dat dunne waslijntje. En door van afstand een knijper in het mandje te gooien, oefen je je schot ook nog!

En zo zijn er natuurlijk nog veel meer air-ballen in het huishouden te vinden: die berg schoenen onder de salontafel, terwijl er in de gang lege schoenenkasten staan en verlengkosten voor de Bieb-boeken betalen, terwijl er in al die weken nog geen letter in gelezen is…

Als die korfbal mooi door het gaatje van de korf gaat is, is het een mooie, rake bal. Alleen dat randje hè? Als vroeger een twijfelachtig balletje op de rand van de rieten mand terecht kwam, boog het mandje gewoon door naar de voorkant om de bal er resoluut uit te wippen. Bij het huidige plastic randje, stuitert hij, al naar gelang van het effect en de draaiing van de bal, erin, eruit, over het randje heen, een rondje om of als een draaikolk erin, om er vervolgens soms toch weer uit te springen. Ballen op de korf worden echte toverballen. Je weet nooit waar ze eindigen. Ja, en dan heb je dus nog de air-ballen. Soms is er op getraind om je vrij staande mede-speler achter de korf te bereiken, maar meestal is het gewoon een foutje. Snel vergeten, niet om zuchten, niet je hoofd voor laten hangen. Vooral dóórgaan! De sportspychologie is er eenduidig in: het gaat niet om het resultaat, maar om het proces ernaartoe. Focus niet op het eindresultaat, maar leef in het moment. Hoe ga je ermee om als het even niet lukt in het spel? De gouden tip is: blijf vooral positief! Van alle tegenslagen, leer je het meest. Daar groei je van. Wat nu niet is, gaat later komen, als je er maar in gelooft en als je er maar van leert en rustig blijft. Blijf leven in het moment. Ook in een korfbalwedstrijd waar het even niet lukt. Waarop de mannen in ons huishouden fijnzinnig en koelbloedig constateren: ‘Ja, maar zorg wel dat je het in 50 minuten geleerd en gedaan hebt, want uiteindelijk is wel het resultáát het enige wat telt. Als je met twee punten verschil moet willen, moet je met twee punten verschil winnen. Of het proces nou goed is of niet’. Weg theorie, weg psychologie. Gewoon doen, dus.


Een bal raak schieten is je knoppenkast goed afstellen. Je hele lijf moet precies doen, wat je ogen voor ogen hebben. Beide armen evenveel kracht, niet teveel, ook niet te weinig. Desnoods een beetje meer vaart maken door wat kracht uit je benen te halen, je romp, je schouders. Alle spieren van je lijf doen mee bij een balletje schieten. Stem die allemaal maar eens goed op elkaar af. Toch allemaal iedere week op schottrainen bij onze oude bekende leermeester. Nee, daar ga je niet schieten tegen een houten plank met gaten erin (een schot), maar daar leer je gewoon schieten op een korf, zodat je je schot verbetert. Eigenlijk is het dus schiettraining, je traint om te schieten. Zodra je de bal los laat, komt het schot daaruit voort. Schietschottraining dus eigenlijk, maar hoe het ook heet: je gaat er van raak schieten en de airballen worden minder. En schieten kan je op vele manieren: op twee benen, op één been, vanuit stilstand, vanuit beweging, met één hand, met twee handen, onderhands, bovenhands, van afstand, van onder de korf, onder druk, een twijfel balletje of een overtuigende knaller.  


Maar wanneer heb je nou het minste kans op airballen? Misschien moet je stiekem eens een traininkje van de recreanten meekijken. Tegen mijn kinderen kan ik namelijk nog een spelletje onder druk schieten winnen, maar tegen die oud-eerste-spelers van 65/70-plus bij de recreanten, kan je dat wel vergeten. Ze rennen nog, maar niet meer zo hard. De armen gaan nog in de lucht, maar niet meer zo hoog. De ogen zijn niet meer zo scherp, maar hun schot wel! Zelfs vóór de staar-operatie aan haar ogen, gingen de ballen er op gevoel feilloos in. Kan je nagaan hoe het is, nu de kanjer aan beide ogen is geopereerd! Er valt gewoon niet tegen te winnen! Het geheim: jarenlange geaardheid en diepgewortelde gevoel voor het korfbal. Gewoon met beide benen op de grond, kijken, met je hele lijf voelen waar die mand is en vol overtuiging en met zelfvertrouwen schieten. Daar is niemand tegenop gewassen!


Mariëtte

Airballen

Door Mariëtte Koomen, 2 years ago

‘Ja mam, nu moet jij onder de korf!’ ‘Wat? Jij schoot toch ook mis? En nu schiet ik ook mis en moet ik onder de korf…?’ Ik sta met mijn kinderen voor het huis op het grasveldje van de gemeente op onze korf het spelletje ‘onder druk’ te schieten. Hoe lang is het geleden dat die korf op pupillenhoogte stond en ik nauwelijks moeite hoefde te doen om de bal erin te dunken terwijl mijn kinderen nog ongecontroleerd de ballen in de rondte gooide. Inmiddels staat de paal op 3,5 meter en toornen ze hoog boven me uit. Als die uitschuifarmen omhoog gaan, hebben ze minstens een meter voordeel ten opzichte van het bereik van mijn korte armpjes.

Ik dacht dat ik het spelletje net door had, maar ik begrijp er alweer niks van. ‘Jullie verzinnen ter plekke nieuwe spelregels!’ roep ik nog, maar dan besef ik dat juist ík altijd degene ben, die een nieuwe spelregel verzint op het moment dat het even niet loopt, zoals ik zou willen. ‘Nee mam, dit zijn de spelregels: Bij een air-bal moet je onder de korf!’ Er verschijnen allerlei vraagtekens in mijn hoofd. Uiteindelijk zet ik al mijn domme-niet-korfballende-moeder-generatieverschil-schaamte opzij en vraag bedremmeld ‘Een air-bal? Wat is in hemelsnaam een air-bal?’ ‘Jeetje mam, hoe lang kijk jij al naar korfbal?’ ‘Ja hoor eens, ik zie ze vast wel, maar heb nooit geweten hoe ze heten!’ zeg ik nog beteuterd. ‘Een air-bal is een schot op de korf, die de korf niet eens raakt, waar de schotklok niet van op 25 springt en je dus gewoon beter niet had kunnen schieten.’ ‘Kortom: een gemiste kans’, zeg ik verveeld. ‘Ja, nutteloze ballen die afgestraft moet worden. Jij moet nu dus onder de korf mam!’ M’n zoon wil door met het spel. Hij is lekker op schot en dat wil ie zonder enige afleiding, graag zo houden.

‘Air-ballen’, denk ik later, als ik in m’n huishouden bezig ben. ‘Daar zijn er wel meer van in het leven! Van die nutteloze acties, die helemaal nergens over gaan. Die eigenlijk afgestraft zouden moeten worden’. Al snel loop ik tegen huishoud-airbal nummer één aan: een wasrek vol met losse knijpers, op de plek waar ik de natte kleding wil ophangen. Wat is het nou voor moeite om die knijpers, als je een kledingstuk van het rekje haalt, meteen in het knijpermandje te gooien? Nu sta ik per waslijn eerst zes van die dingen waar ooit onderbroeken hebben gehangen, eraf te knijpen en alsnog in de knijpermand te doen! Dat nonchalant teruggooien in zo’n mandje, is nog minder moeite dan ze secuur terug te plaatsen op dat dunne waslijntje. En door van afstand een knijper in het mandje te gooien, oefen je je schot ook nog!

En zo zijn er natuurlijk nog veel meer air-ballen in het huishouden te vinden: die berg schoenen onder de salontafel, terwijl er in de gang lege schoenenkasten staan en verlengkosten voor de Bieb-boeken betalen, terwijl er in al die weken nog geen letter in gelezen is…

Als die korfbal mooi door het gaatje van de korf gaat is, is het een mooie, rake bal. Alleen dat randje hè? Als vroeger een twijfelachtig balletje op de rand van de rieten mand terecht kwam, boog het mandje gewoon door naar de voorkant om de bal er resoluut uit te wippen. Bij het huidige plastic randje, stuitert hij, al naar gelang van het effect en de draaiing van de bal, erin, eruit, over het randje heen, een rondje om of als een draaikolk erin, om er vervolgens soms toch weer uit te springen. Ballen op de korf worden echte toverballen. Je weet nooit waar ze eindigen. Ja, en dan heb je dus nog de air-ballen. Soms is er op getraind om je vrij staande mede-speler achter de korf te bereiken, maar meestal is het gewoon een foutje. Snel vergeten, niet om zuchten, niet je hoofd voor laten hangen. Vooral dóórgaan! De sportspychologie is er eenduidig in: het gaat niet om het resultaat, maar om het proces ernaartoe. Focus niet op het eindresultaat, maar leef in het moment. Hoe ga je ermee om als het even niet lukt in het spel? De gouden tip is: blijf vooral positief! Van alle tegenslagen, leer je het meest. Daar groei je van. Wat nu niet is, gaat later komen, als je er maar in gelooft en als je er maar van leert en rustig blijft. Blijf leven in het moment. Ook in een korfbalwedstrijd waar het even niet lukt. Waarop de mannen in ons huishouden fijnzinnig en koelbloedig constateren: ‘Ja, maar zorg wel dat je het in 50 minuten geleerd en gedaan hebt, want uiteindelijk is wel het resultáát het enige wat telt. Als je met twee punten verschil moet willen, moet je met twee punten verschil winnen. Of het proces nou goed is of niet’. Weg theorie, weg psychologie. Gewoon doen, dus.


Een bal raak schieten is je knoppenkast goed afstellen. Je hele lijf moet precies doen, wat je ogen voor ogen hebben. Beide armen evenveel kracht, niet teveel, ook niet te weinig. Desnoods een beetje meer vaart maken door wat kracht uit je benen te halen, je romp, je schouders. Alle spieren van je lijf doen mee bij een balletje schieten. Stem die allemaal maar eens goed op elkaar af. Toch allemaal iedere week op schottrainen bij onze oude bekende leermeester. Nee, daar ga je niet schieten tegen een houten plank met gaten erin (een schot), maar daar leer je gewoon schieten op een korf, zodat je je schot verbetert. Eigenlijk is het dus schiettraining, je traint om te schieten. Zodra je de bal los laat, komt het schot daaruit voort. Schietschottraining dus eigenlijk, maar hoe het ook heet: je gaat er van raak schieten en de airballen worden minder. En schieten kan je op vele manieren: op twee benen, op één been, vanuit stilstand, vanuit beweging, met één hand, met twee handen, onderhands, bovenhands, van afstand, van onder de korf, onder druk, een twijfel balletje of een overtuigende knaller.  


Maar wanneer heb je nou het minste kans op airballen? Misschien moet je stiekem eens een traininkje van de recreanten meekijken. Tegen mijn kinderen kan ik namelijk nog een spelletje onder druk schieten winnen, maar tegen die oud-eerste-spelers van 65/70-plus bij de recreanten, kan je dat wel vergeten. Ze rennen nog, maar niet meer zo hard. De armen gaan nog in de lucht, maar niet meer zo hoog. De ogen zijn niet meer zo scherp, maar hun schot wel! Zelfs vóór de staar-operatie aan haar ogen, gingen de ballen er op gevoel feilloos in. Kan je nagaan hoe het is, nu de kanjer aan beide ogen is geopereerd! Er valt gewoon niet tegen te winnen! Het geheim: jarenlange geaardheid en diepgewortelde gevoel voor het korfbal. Gewoon met beide benen op de grond, kijken, met je hele lijf voelen waar die mand is en vol overtuiging en met zelfvertrouwen schieten. Daar is niemand tegenop gewassen!


Mariëtte